Scanproblemen

Als u de Full Auto Mode (Volautomatische modus) of de Office Mode (Kantoormodus) gebruikt of scant via de ADF, kunt u de voorbeeldweergave Thumbnail niet kiezen. Gebruik de scanmodus Home Mode (Thuismodus) of Professional Mode (Professionele modus). Zie De scanmodus wijzigen voor instructies.

Als u afbeeldingen scant met een erg donkere of lichte achtergrond, gebruik dan het normale voorbeeld en trek een selectiekader rond het gebied dat u wilt scannen. Zie Het scangebied weergeven en aanpassen voor instructies.

Als u een groot document scant, gebruik dan het normale voorbeeld en trek een selectiekader rond het gebied dat u wilt scannen. Zie Het scangebied weergeven en aanpassen voor instructies.

Controleer of de optie Document Type (Documenttype) juist is ingesteld setting in de Home Mode (Thuismodus) en de Professional Mode (Professionele modus). Zie Scannen in de Thuismodus of Scannen in de Professionele modus voor instructies.

Klik op Configuration (Configuratie), selecteer het tabblad Preview (Voorbeeldscan) en pas het formaat aan met de schuifknop Thumbnail Cropping Area (Gebied voor formaataanpassing miniatuurafbeelding) in het menu Preview (Voorbeeldscan). Zie de Epson Scan Help voor meer informatie.

Maak een nieuw selectiekader of pas het bestaande kader aan, en geef hiermee precies aan welk gebied moet worden gescand. Zie Een selectiekader maken in een voorbeeldscan voor instructies.

Klik op Configuration (Configuratie), selecteer het tabblad Preview (Voorbeeldscan) en pas het formaat aan met de schuifknop Thumbnail Cropping Area (Gebied voor formaataanpassing miniatuurafbeelding) in het menu Preview (Voorbeeldscan). Zie de Epson Scan Help voor meer informatie.

Gebruik het normale voorbeeld en maak selectiekaders voor het gebied dat u wilt scannen. Zie Het scangebied weergeven en aanpassen voor instructies.

Als u afbeeldingen scant die een erg donkere of lichte achtergrond hebben, gebruik dan de Office Mode (Kantoormodus), de Home Mode (Thuismodus) of Professional Mode (Professionele Modus). Zie De scanmodus wijzigen als u een andere scanmodus wilt activeren. Gebruik vervolgens het normale voorbeeld en maak selectiekaders voor het gebied dat u wilt scannen. Zie Het scangebied weergeven en aanpassen voor instructies.

Als u een document met een groot formaat scant, zoals A4, gebruik dan de Office Mode (Kantoormodus), de Home Mode (Thuismodus) of de Professional Mode (Professionele Modus). Zie De scanmodus wijzigen als u een andere scanmodus wilt activeren. Gebruik vervolgens het normale voorbeeld en maak selectiekaders voor het gebied dat u wilt scannen. Zie Het scangebied weergeven en aanpassen voor instructies.

Gebruik voor het scannen een lagere resolutie. Het scannen gaat dan sneller. Zie De resolutie voor de scan selecteren voor instructies.

Computers met een USB 2.0-poort (Hi-Speed) kunnen sneller scannen dan computers met USB 1.1. Als uw scanner is aangesloten op een USB 2.0-poort, controleer dan of aan alle systeemvereisten wordt voldaan. Klik voor meer informatie op het tabblad Bijlage in de rechterbovenhoek van het venster van de Gebruikershandleiding. Klik vervolgens op Productinformatie en Systeemvereisten.