Voer eerst een spuitkanaaltjescontrole uit om de probleemkleur(en) te identificeren. Zo weet u welke kleur(en) u moet selecteren voor de reinigingsfunctie.
Voor kleurenafbeeldingen kan zwarte inkt worden gebruikt.
Bij het reinigen van de printkop wordt een beetje inkt verbruikt uit sommige cartridges. Reinig de printkop daarom alleen als de afdrukkwaliteit afneemt, bijvoorbeeld als de afdrukken wazig worden of als er kleuren niet kloppen of ontbreken.
Gebruik eerst het hulpprogramma Nozzle Check (Spuitkanaaltjes controleren) om te controleren of de printkop inderdaad moet worden gereinigd. Hierdoor bespaart u inkt.
Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd. Wanneer de inkt op is, kunt u de printkop niet reinigen. U moet dan eerst de betreffende cartridge vervangen.